Of pastel goreng. Deze heerlijke hapjes zijn helemaal niet moeilijk om te maken en ze zijn erg lekker.
Wat heb je nodig voor 30 kleine pasteitjes:
15 plakjes bladerdeeg (uit de diepvries)
3 eieren
300 gram rundergehakt
peper en zout
1 rode ui fijngesnipperd
1 el palmsuiker
1 el korianderpoeder
1 el komijnpoeder
1 tl laos
2 tl sambal
Snufje nootmuskaat
1 klein zakje julliene gesneden wortel
3 teentjes knoflook fijngesneden
50 gram soe-oen (vermicelli)
handjevol diepvries erwtjes
3 el ketjap manis
bosje verse bladselderij
1 ei
Hoe maak je het:
Leg het bladerdeeg uit de diepvries om te ontdooien. Kook de 3 eieren in 10 minuten hard en koel ze goed onder koud water.
Bak het rundergehakt rul en kruid goed met peper en zout. Voeg de ui toe aan het gehakt en bak tot deze glazig is.
Voeg de palmsuiker, koriander, komijn, laos, sambal en nootmuskaat toe aan het gehakt en roer goed door.
Bak de wortel een minuut of 5 mee met het gehakt totdat de wortel net wat zachter is.
Voeg de knoflook ook toe aan de pan. Bak ongeveer een minuutje mee.
Bereid de soe-oen volgens de bereidingswijze op de verpakking en knip in stukjes. Voeg dit toe aan de vulling in de pan, samen met de erwtjes.
Pel de eieren en snijd in stukjes, voeg de stukjes ei samen met de ketjap manis toe en knip er wat verse bladselderij bij. Roer alles goed door en laat afkoelen tot kamertemperatuur.
Verwarm de oven voor op 200 graden en leg een met bakpapier beklede bakplaat klaar.
Snij de bladerdeeg plakjes schuin doormidden. Schep wat vulling in het midden van het driehoekje bladerdeeg. Vouw het dubbel (van punt naar punt) en druk de zijkanten dicht met een vork. Leg het op de bakplaat. Doe dit totdat alle vulling op is en je 30 pasteitjes hebt.
Kluts het overgebleven eitje en bestrijk de bovenkant van het pasteitje met het ei. Bak in de voorverwarmde oven in ongeveer 20 minuten mooi bruin en krokant.
Geniet ervan!
Comments