Veel Surinamers denken dat het woord bakkeljauw afgeleid is van het Nederlandse woord kabeljauw. Dat is dus niet waar.
Bakkeljauw komt van het Portugese woord bacalao. Het gerecht zoals wij dit kennen hebben de Portugese joden naar Suriname gebracht en het heet in Portugal bacalao à la Portuguesa. En bacalao staat voor gedroogde stokvis en dit is heel wat anders dan kabeljauw. Bakkeljauw is gezouten. Omdat het gezouten is, kan je het wel een jaar bewaren. Om dezelfde reden moet je de vis ook eerst uitkoken voor je hem kan opeten. Als je dat niet doet, is het verschrikkelijk zout.
Ik heb bakkeljauw leren eten bij een Surinaams eettentje. Omdat ik altijd nieuwsgierig ben hoe iets smaakt heb ik daar eens een broodje bakkeljauw besteld en het beviel me wel.
Maar natuurlijk kan je het ook zelf maken. In iedere supermarkt tegenwoordig vind je deze gezouten vis.
Wat heb je nodig:
500 g bakkeljauw
scheut zonnebloemolie
2 klontjes roomboter
1 sjalot, gesnipperd
1 teen knoflook, fijngehakt
2 tomaten, in kleine blokjes
1 eetlepel tomatenpuree
2 takjes bladselderij, fijngehakt
sap en rasp van 1 limoen
Hoe maak je het:
Week de bakkeljauw 30 minuten in een pan met ruim water.
Giet de bakkeljauw af, vul de pan opnieuw met ruim koud water en breng het geheel aan de kook. Giet zodra het water kookt de bakkeljauw weer af. Herhaal deze stap in totaal drie keer tot de vis is ontzout. Spoel tot slot de bakkeljauw goed na met koud water. Snijd hem in stukjes, verwijder eventuele graatjes en zet opzij.
Verhit wat olie met de boter in een koekenpan op middelhoog vuur en fruit er de sjalot en de knoflook in. Voeg de tomaten en de tomatenpuree toe en bak ongeveer 3 minuten. Zet het vuur hoog, voeg de bakkeljauw toe en bak het geheel al omscheppend ongeveer 5 minuten. Voeg de bladselderij en het rasp van de limoen toe.
Ik vind het persoonlijk lekker om de bakkeljauw op een Surinaams broodje te eten met ook nog wat zuurgoed en sambal erop maar dat moet ieder natuurlijk zelf weten.
Comments